Opgericht 23 augustus 1971

Oprichting

Op 23 augustus 1971 werd de puiflijkse Duikelaar aangemeld bij de toen geheten A.H.B., de algemene hengelaarsbond, nu de NVVS. De vereniging had toen nog niet de beschikking over een eigen water, en is samengegaan met de hengelsportvereniging in Deest. Gevist werd er in de poelakker aan de van heemstraweg in Deest. Op 18 januari 1972 werd de put aan de kerkstraat, nabij de koekoek, in Puiflijk de thuisbasis voor de vereniging. De gemeente had grond aangekocht van de heer Terwindt, en de put van van Ooyen kwam voor visserij beschikbaar. Hiermee had Puiflijk een eigen verenigingswater. De vereniging bestaat dus al geruime tijd en kende vele leden, die zich belangenloos ingezet hebben voor deze vereniging. Het toenmalige bestuur, vond het tijd, dat de vereniging een officieel karakter kreeg. Het bestuur is op 12 februari 1979 naar notaris de Bruin gestapt, om de statuten, in een ledenvergadering in 1978 goedgekeurd, schriftelijk vast te leggen.
Hiermee had de vereniging een duidelijk doel voor ogen, namelijk:
• Het bevorderen en verheffen van de hengelsport.
• Het verdedigen van de belangen van de hengelsport.
• Het beschermen en verbeteren van de vistand. 
 

De Put

De put aan de kerkstraat in Puiflijk, ofwel de Ooyense put, afgekort: de put, was een viswater met een goede visstand. De put was gelijkmatig diep en de oeverbegroeiing bestond uit riet , dat tot in het water groeide. Hier zat heel veel visbroed tussen, en het was dan ook niet moeilijk kleine visjes te vangen.De jeugd was dan ook veelvuldig aanwezig, om met een kort hengeltje een voorntje te vangen. Het snoekbestand was ook erg goed. Er werd veel gesnoekt en ook goed gevangen.
Verder zaten er prachtige spiegelkarpers, die met een pendobber en een gekookte aardappel gevangen werden. Boilies waren er toen nog onbekend. Men viste toen nog met kaas,brood en aardappel.
Paling was ook prima te vangen, en niet zulke kleine ook . Met een stukje vis of dauwpier kon je polsdikke paling vangen. De beste tijd was ’s avonds of ’s nachts.
Tussen het riet, of onder de grote bomen kon je lekkergenieten van de natuur. 
 

Leden

HSV de Duikelaar is altijd een kleine vereniging geweest.
Het ledental zat altijd tussen de 30 en 60 leden.
We hadden ten slotte ook maar een verenigingswater.
Hoewel de put prima voldeed als viswater, jong en oud
konden in de buurt een aardig visje vangen,
werd de toekomst van de vereniging bedreigd.
De gemeente had de grond natuurlijk niet voor niets
aangekocht. Woningbouw bedreigde het voortbestaan van de-
vereniging. 
 

Ander viswater

De eerste huizen kwamen aan de zuidkant, met de tuinen tot aan het viswater.
Het bestuur besloot toen in 1980, de gemeente te informeren over het vinden van ander viswater. Dit resulteerde in een tweede water, gelegen bij de steenfabriek van Terwindt in Druten. Men noemde het water, “het oude haventje” Het was maar een klein putje, dat diende om spoelzand te lozen van de steenpers. Maar als de Waal hoog stond, bleef hier heel veel vis achter. Als je geen beet kreeg, dan wist je bijna zeker dat er een grote wolhandkrab op je visplek gearriveerd was. Er zijn er dan ook vele gevangen.
Na enkele jaren hield het op. Er werd geen vergunning meer afgegeven. De zoektocht naar ander water ging door.In samenwerking met de gemeente zijn verschillende pogingen gedaan . Zoals: De Kaliwaal in Leeuwen, de Wetering in Horssen, de Strang in Druten , de wiel buitendijks bij van Zoelen en zelfs een put van de zustervereniging de Waalkanters. 
 

Wedstrijdvissen

Ondanks alle onzekerheid, werd er fanatiek,doch gemoedelijk doorgevist.
In de put werden de wedstrijden voor de Lindebeker, genoemd naar de boom tegenover het café de Linde van Mulders,en de Koningsbeker gevist.
In het begin viste men op lengte. Ondermaatse vis telde voor 5 punten, de bovenmaatse voor het aantal centimeters in punten dat de vis groot was.
Het meten was dan ook een precisiewerkje
Als aas werd gevist met verse de vase. Kleine voerverse de vase en visverse de vase werd bij dierenspeciaalzaak Bart van Kampen in Druten gehaald.
Later zijn de Maaswedstrijden met de Waalkanters erbij gekomen. Gevist werd op gewicht, met de rode made.
In het begin alleen met de vaste stok en het dobbertje. Later kwam de winkel picker
en de feederhengel.met korven in allerlei maten en gewichten.
Er werd veel geëxperimenteerd met het zelf maken ervan. Gevlochten lijnen deden hun intrede.
Het tijdperk van de vaste stok leek nu echt voorbij, wat menigeen heel jammer vond.
Een keer per jaar organiseerde de vereniging een grote koppelwedstrijd aan de stromende Maas. Er schreven soms wel 60 koppels in. Ze kwamen overal vandaan. Zelfs uit België en Duitsland. Hoofdprijs was in het begin een half varken. Later kwamen de geldprijzen.
Hoofdprijs was toen 400 gulden per vak.
Jaarlijks terugkomende wedstrijden waren ook de Bartje van Kampenwedstijd, de Rayonwedstrijd en de Gemeentebeker.Hier was veel animo voor. Alleen de beste vissers konden meedoen. Soms kon je niet meer opgeven, omdat de wedstrijd vol zat.
Bij het Rayon deden naast het Lauwke in Afferden,HSV Deest de Waalkanters uit Druten, het Goor uit Horssen, de Duikelaar uit Puiflijk, ook verenigingen buiten de gemeente Druten mee.
Uit Wamel was dat Haal op,uit Boven-Leeuwen Steeds Actief, Altijd Tevreden uit Wychen,Dobbertje Onder uit Beneden- Leeuwen , het Alvertje uit Alphen en de Brasem uit Tiel.
Een korps bestond uit 10 personen Dus met al deze verenigingen , had je ruim 100 personen aan de waterkant. Dit gaf in het begin problemen met het vinden van het juiste water. Er moest dan ook vaak uitgeweken worden naar een ander water, omdat de put hiervoor te klein was. Hoogtij waren de 80er en 90er jaren. Het werd echter steeds moeilijker om een goed korps bij elkaar te krijgen. Het zakte af van 10 naar 8, naar 6 tot 5 personen per korps. Tot het ophield .
De gemeentebeker wordt nog steeds gevist. 
 

Vergaderen

De vergaderingen van HSV de Duikelaar werden in het begin in
dorpshuis de Lier gehouden. Later steevast bij café de-
Linde bij Mulders
De algemene ledenvergaderingen werden over het algemeen
niet zo druk bezocht. Tenzij er hotitems aan de orde waren,
kon de vergadering op veel belangstelling rekenen.
Het afschaffen van de verse de vase gaf veel beroering
onder de wedstrijdvissers. Zo ook het verbod op het gebruik
van de rode made in 1987.
Het landelijke verbod op het gebruik van de levende aasvis
in 1998 viel niet bij iedereen in de smaak. Niets was mooier, dan dat je aan de levende aasvis kon zien of er een snoek in de buurt lag.
Onderhoud van de put, was een vast onderwerp op de agenda. Het aanbrengen van houtsnippers, het snoeien van de wilgenbomen, het onderhouden van de visplekken, het bemonsteren van het water, werd door het bestuur en de vrijwilligers jaarlijks uitgevoerd.
Het meest belangrijke agendapunt, dat de hoogste prioriteit bij het bestuur kende, en jaarlijks in de algemene ledenvergadering besproken werd, was een alternatief goed viswater in de buurt.
Er waren wel afspraken met de gemeente over stichting de Uivermeertjes, maar dit was een project dat decennia lang kon gaan duren.
Een fusie met onze buren de Waalkanters was een laatste optie.
Toen de gemeente het bestemmingsplan bekend maakte, over woningbouw van de Vijverhof aan onze put, werd de situatie onhoudbaar. Onze put werd ingebouwd door huizen. Rust en natuur maakten plaats voor hondenpoep en boten. 
 

Actie

Er moest wat gebeuren en er ging ook wat gebeuren, alleen wisten we toen nog niet, dat dit 2 jaar in beslag zou nemen.
In overleg met de juridisch adviseur van de toenmalige hengelsportfederatie de Eendracht, ( nu Betuwe ) is er een bezwaarschrift opgesteld. We maakten niet alleen bezwaar tegen de overlast die zou ontstaan, maar onze hengels zouden bij het afbouwen ervan, in de tuinen van de bewoners terecht komen. Er zou slechts een pad van 5 meter overblijven.
Op 6 mei 1992 heeft het bestuur een hoorzitting op het gemeentehuis bezocht. We konden toen ons bezwaarschrift toelichten. De gemeente toonde begrip, maar had nog geen alternatief op dat moment. Maanden verstreken, toen bleek dat er nog een tiggelput bleek te zijn aan de Noord-Zuid in de gemeente West Maas – en Waal. Een water , ontstaan door afgraving van grond voor de pannenfabriek. Het was in bezit van Staatbosbeheer en het polderdistrict Groot Maas- en Waal. Dit zou een optie kunnen zijn Als we toestemden, dan zou de grond van de tuinen ook verkocht kunnen worden. Met de opbrengst kon dan de nieuwe plas ingericht worden.
Het bestuur stemde toe. De grond werd in no time verkocht. En op 1-1-93 zou de machtiging tot gebruik van de put worden ingetrokken.
In deze periode had de vereniging nog maar weinig leden over. Toen de machtiging ingetrokken werd was het ledental nog maar 12. We waren toen een vereniging zonder viswater, en dat is moeilijk vissen . 

Het Scheepslei

Na vele bezoeken en overleggen op het gemeentehuis, kwamen op 12 januari 1993 Staatbosbeheer, het polderdistrict en de gemeente Druten overeen, dat HSV de Duikelaar de gebruiker mocht zijn van deze put voor 3 jaren. Daarna moest weer verlenging worden aangevraagd.
De grote onzekerheid was voorbij. We konden weer beschikken over een eigen water. Niet meer in Puiflijk zelf, maar iets verder in een prachtig natuurgebied nabij Horssen en Altforst.
Het water was prachtig, maar moeilijk toegankelijk. Er zou flink gewerkt moeten worden op het visklaar te maken. Het bestuur van HSV de Duikelaar stelde samen met de gemeente een inrichtingsplan op. Bomen zouden moeten worden gerooid. Er moest een dam komen waarop de vissers tot aan het einde van de put konden komen. Hierbij moest de put voor 2/3 leeg. Ook diende er een parkeerplaats aangelegd te worden. Hekken moeten worden geplaatst, bosbeplanting, oeverplanten en waterplanten zouden het geheel af moeten maken.
Om te weten of, en hoeveel vis er in dit water zat, moest er een visserijkundig onderzoek komen.
Ook werd er een milieuonderzoek verricht door de OVB. Het water bleek glashelder, met een zichtdiepte van 1 meter. Het bevatte voldoende zuurstof en voldoende voedsel. De zuurgraad was ook prima.
Met zegens en elektrovisserij bleek dat er weinig vis in zat. De vis die er zat leek gestresst te zijn door aalscholverpredatie.
Van onze oude put aan de Kerkstraat, hebben we nog 119 kg vis over kunnen zetten naar het Scheepslei. Voornamelijk paling en snoek. In mindere mate voorn en brasem.
Besloten werd om bij een beroepsvisser uit Groot -Ammers extra grote brasem en voorn te bestellen. Dit om beter stand te kunnen bieden tegen de aalscholver. We betaalden toen de gangbare prijs van 2, en 6, gulden per kg. 

Opening 

Op 23 april 1994 werd het Scheepslei officieel geopend door burgemeester Aalberts. Dit gebeurde met champagne aan het viswater. Het haalde de krant en iedereen was enthousiast. Er was een prestatie van formaat geleverd in de samenwerking. Het resultaat mocht er zijn. De doelen zoals die statutair vastgelegd waren, waren ruimschoots gehaald. Er was een goede basis gelegd voor de toekomst, waar nog veel mensen plezier aan konden beleven.
In 2001 heeft de gemeente de gebruikersovereenkomst overgenomen. 

Karperput

Voor het wedstrijdvissen in het Scheepslei was steeds minder animo. Dit werd mede veroorzaakt door de slechte vangsten. Je zat geweldig mooi in de natuur, maar in het laatste half uur kreeg je doorgaans een keer beet Toen de teller op 4 wedstrijdvissers uit kwam is men gestopt. De put bleek meer geschikt voor recreatievisserij.
Totdat de karper kwam: iedereen ving weer vis. Zelfs de grote brasems, waarvan we dachten dat ze er niet meer inzaten, wisten , de weg weer naar het aas weer te vinden, aangewakkerd door voedselnijd.
Met de karper, zijn de verschillende vistechnieken en voertjes toegenomen. Zelfs de wedstrijden worden weer druk bezocht.
Het ledental schiet omhoog ( ongeveer 80 ) en het bestuur is weer voltallig.
HSV de Duikelaar is een vereniging met toekomst.